Gaspeldoorn

De gaspeldoorn (Ulex europaeus) is een sterk gedoornde, altijdgroene heester met goudgele bloemen, die in zo’n beetje heel Europa inheems is. Toch is hij in Nederland zo schaars dat hij een plaatsje heeft gekregen op de Nederlandse Rode Lijst voor Planten. Op Vlieland wordt hij echter algemeen aangetroffen. Dat zegt eigenlijk al genoeg over de gezonde toestand van Vlieland.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Ulex, levert onoverkomelijke taalkundige problemen op. Niemand schijnt te weten wat de bron van die naam is en taalwetenschappers, die echt diep in de etymologie hebben gegraven, komen tot de conclusie dat het de Romeinse wetenschapper Pliny de Oudere (23–79 nC) was geweest die de naam voor het eerst noemde en dat de naam toen al oeroud was. Toch is er wel een verklaring te bedenken: het oude Griekse woord oulo betekent ‘litteken’ en ‘vernielende (kracht)'. Met die uitleg zit je toch al heel bij de schadelijkheid van de doornen en de giftigheid van de plant. Het tweede deel, europaeus betekent simpelweg ‘uit Europa’.

Het Nederlandse woord gaspeldoorn is afgeleid van het middeleeuws Nederlandse woord ‘gaspe’ dat ‘haak’ of ‘gesp(naald)’ betekende. Misschien zijn de doornen ooit als gespnaald gebruikt, maar veel waarschijnlijker is dat de naam is ontstaan omdat ze op een gespnaald leken.

De gaspeldoorn bevat een chinolizidine-alkaloïde met de naam ulexine. Dat is chemisch hetzelfde stofje als cytisine en dat voorkomt in plantensoorten uit de grote familie van vlinderbloemigen, zoals in de zaden van de goudenregen. En die ulexine en cytisine werken beide op dezelfde manier op de hersenen als nicotine. Ze beïnvloeden namelijk dezelfde plaats van de hersenen omdat ze dezelfde receptor gebruiken.

Is de ulexine daarmee giftig? Jazeker, dodelijk giftig zelfs. Als eerste effecten van inname worden milde vergiftigingsverschijnselen gemeld waaronder een verhoogde waarneming van kleuren en daardoor wordt het sporadisch als drug gebruikt. Daarna wordt het al snel erger door misselijkheid, overgeven, stuiptrekkingen, hartpijnen, hoofdpijnen en in nog grotere doses de dood als gevolg van het feit dat je ademhaling er mee stopt. De dodelijke doses wordt geraamd op een piepkleine 50 milligram.

Toch heeft men het aangedurfd om er een medicijn tegen rookverslaving van te maken en het is in Oost-Europa al 40 jaar lang voor dat doel op de markt. De Nederlandse toezichthouders hebben het – terecht – nog niet aangedurfd om het op de markt toe te staan omdat gebleken is dat de wetenschappelijke onderzoeken, die een positieve uitkomst van de werking van ulexine presenteerden, bijna allemaal van slechte kwaliteit waren.