Gele hoornpapaver

De gele hoornpapaver (Glaucium flavum) is een kustbewoner, die in ons land inheems is, maar de soort leeft hier niet echt van harte. Het is dus een zeldzaamheid dat u een exemplaar in Nederland zult aantreffen. Zijn domein strekt zich uit vanaf de kusten van de Middellandse Zee en langs West-Europese kusten. Tot aan de Engelse zuidkust is de gele hoornpapaver vrij algemeen, maar noordelijker verwordt hij bijna tot een dwaalgast. Men vermoedt dat de zaden via de zeestroming worden meegevoerd en dat de plant vervolgens opslaat op het vloedmerk aan de duinvoet.

De gele hoornpapaver dankt zijn naam aan de peulvormige zaden, een kromme hauw die ook bij peulvruchten in gebruik is. Deze decimeterslange hauw eindigt in een haakvormige top. Dit lid van de papaverfamilie is een zomerbloeier met grijsgroenige bladeren en bloeit met gele bloemen.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Glaucium, is afkomstig van het Griekse woord γλαυκος ofwel glaukos, dat 'zeegroen' betekent en de kleur van de bladeren beschrijft. Het tweede deel, flavum, is ook al een kleur. Het is het equivalent van het Griekse ξανθος ofwel xanthos dat 'geel' betekent en dus de kleur van de bloemen aanduidt.

Zoals ik al zei is de gele hoornpapaver zeer zeldzaam in onze contreien en hoe noordelijker we gaan kijken, hoe zeldzamer de soort wordt. Vanuit het Waddengebied zijn de laatste paar jaar enkele waarnemingen gemeld: op Texel, op Terschelling, bij Harlingen en op Schiermonnikoog kun je stil van zijn schoonheid genieten, terwijl de zeewind heerlijk de zorgen uit je verstofte hoofd waait.

Dat de gele hoornpapaver tot de gevreesde papaverfamilie behoort betekent direct ook dat de soort in het bezit is van een potente alkaloïde met de naam glaucine. Aan dit stofje is wat wetenschappelijk onderzoek gewijd en men heeft ontdekt dat het de bronchiën in je longen kan verwijden. Bovendien heeft het een ontstekingsremmend effect. De gecombineerde effecten hebben er toe geleid dat men het in enkele landen in hoestdrankjes heeft opgenomen als vervanger van codeine. Gemakshalve is men vervolgens maar vergeten dat glaucine enkele minder leuke bijwerkingen heeft, zoals een verdovend effect, een gevoel van diepe vermoeidheid, lamlendigheid, misselijkheid en overgeven. Het gebruik leidt bovendien ook nog eens tot hallucinaties. Het zal de lezer niet verbazen dat sommige ietwat avontuurlijk ingestelde mensen geprobeerd hebben of je het ook voor die laatste werking recreatief kunt toepassen.

Overigens heeft de gele hoornpapaver een exotisch broertje, de rode hoornpapaver (Glaucium corniculatum) en die heeft – niet zo verwonderlijk – rode bloemen. De wetenschappelijke soortnaam, corniculatum, is afgeleid van het Latijnse woord cornu dat 'hoorn' betekent. Deze soort wordt hier als zwerver gezien en wordt heel af en toe aangetroffen.